5 Factoren die bepalen hoe snel je spieren aankomt

Twee personen die hetzelfde trainingsprogramma volgen en een gelijk voedingsschema behalen nooit dezelfde resultaten. De één zal ongetwijfeld meer spieren aankomen dan de ander. Dit komt doordat iedereen anders is en er meer factoren van belang zijn dan het voedings- en trainingsprogramma. De volgende 5 factoren hebben een grote invloed op hoe snel je spieren aankomt:

Genen

Factoren zoals de hormoonbalans en het lichaamstype hebben invloed op de groei van de spiermassa. Vooral het lichaamstype heeft een aanzienlijk aandeel in hoe snel nieuwe spiermassa gewonnen wordt. Zo is het met een ectomorph lichaamstype erg moeilijk om spiermassa aan te komen terwijl het makkelijker is voor een endomorph.

Trainingsjaren

Iemand die net begint met krachttraining maakt een grote groei door. Het is in het begin makkelijker om spieren aan te komen. Dit is iets wat iedereen merkt na een aantal jaren trainen. Hoe gespierder je wordt, hoe langer het duurt om spiermassa erbij te krijgen.

Hormonen

Er zijn verschillende hormonen in het lichaam die bijdragen aan de groei van de spiermassa. Eén van de belangrijkste hormonen is testosteron. Het testosteron niveau verschilt per persoon maar ook per dag. De snelheid waarmee je spiermassa aankomt is afhankelijk van de de hormonale niveaus in het lichaam. Zo is het mogelijk dat de ene persoon een hoger testosteron niveau heeft dan de ander.

Supplementen

Supplementen zoals creatine kunnen de spiergroei bevorderen. Met deze supplementen is mogelijk om meer spiermassa aan te komen dan zonder. Een aparte groep supplementen die veel effect heeft op de groei van de spiermassa zijn anabolen. Deze worden als “onnatuurlijk” gezien maar kunnen binnen korte tijd de spiergroei enorm stimuleren.

Spiergeheugen

Het spiergeheugen is van toepassing als er na een periode van niet trainen of afvallen weer spiermassa bijkomt. Dit kan bijvoorbeeld het geval zijn als je extreem afgevallen bent tijdens een afvalrace. De spiermassa die verloren is gegaan is sneller terug te winnen doordat het lichaam een mechanisme heeft om terug te gaan naar de homeostase. Dit mechanisme bestaat om het interne milieu in evenwicht te houden.