Cutten

Bodybuilding bestaat voor veel mensen uit cutten en bulken. Cutten is het verlagen van het vetpercentage en bulken is meer eten zodat spiergroei kan plaatsvinden. Van deze twee is cutten het moeilijkste gedeelte. Het is voor veel mensen makkelijk om in gewicht aan te komen maar het verlagen van het vetpercentage is een heel ander verhaal. Dit is een moeilijke en frustrerende taak voor velen. Het vetpercentage is een meting van het vet in verhouding tot het lichaamsgewicht. Deze meting worden meestal met een huidplooimeter gedaan. Het subcutane vet wordt hierbij gemeten door de dikte van de huidplooi te meten. Het doel van cutten is om vet kwijt te raken terwijl de spiermassa behouden wordt.

De volgende tabel laat zien wat een gemiddeld vetpercentage is voor verschillende groepen mensen:

Vrouwen Mannen
Essentieel vet 10 tot 13% 2 tot 5%
Atleten 14 tot 20% 6 tot 13%
Sporters 21 tot 24% 14 tot 17%
Gemiddeld 25 tot 31% 18 tot 24%
Overgewicht Meer dan 32% Meer dan 25%

Er wordt een verschil gemaakt tussen vrouwen en mannen. Vrouwen houden over het algemeen meer vetten vast op het lichaam dan een man. Dit komt doordat vrouwen andere hormonen hebben dan mannen. Als er wordt gecut dan wordt er meestal gewerkt in stappen. Iemand met overgewicht begint met het eerste doel om een gemiddeld vetpercentage te bereiken. Dit is realistischer dan direct voor een atletisch vetpercentage te gaan. Hoe lager het vetpercentage wordt, hoe moeilijker het is om een nog lager vetpercentage te bereiken. Dit is met name het geval als het vetpercentage onder 10% is en men nog minder vet wil. Het lichaam doet er alles aan om de vetten te behouden. Het lichaam houdt niet van zulke grote veranderingen. Verschillende bijwerkingen treden op als het vetpercentage in de buurt komt van het essentiële vetpercentage. Dit zijn bijwerkingen zoals stemmingswisselingen, vermoeidheid en geïrriteerdheid.

De volgende tabel laat zien hoeveel kilo’s vet iemand gemiddeld heeft met een bepaald vetpercentage.

Vetpercentages en vet in kilo’s
30% 25% 20% 15% 10% 7% 5%
Gemiddelde man (84kg) 25.2kg 21kg 16.8kg 12.6kg 8.4kg 5.9kg 4.2kg
Gemiddelde vrouw (70kg) 21kg 17.5kg 14.2kg 10.5kg 7kg 4.9kg 3.5kg

Cutten zonder hulpmiddelen betekent altijd dat er gewichtsverlies is. De spiergroei die behaald is tijdens het bulken bepaald voor een groot deel het resultaat van het cutten. In de bulk periode stijgt het gewicht. Dit is niet alleen spiermassa maar ook vetmassa. De vetmassa wordt tijdens het cutten verminderd terwijl de gewonnen spiermassa zoveel mogelijk behouden wordt. Het is niet mogelijk om spieren aan te komen terwijl er minder dan de behoefte gegeten wordt en er wordt getraind gericht op cutten. Het is bijna onmogelijk om geen spiermassa te verliezen tijdens het cutten. Dit komt door de volgende factoren:

  • Minder koolhydraten
  • Minder calorieën
  • Meer cardio
  • Minder krachttraining
  • Veranderde hormonen

Door minder calorieën te eten en meer cardio te doen verbruikt het lichaam meer energie maar krijgt het minder energie binnen uit voeding. De glycogeenvoorraden raken leeg waarna het lichaam de energie uit de vet- en eiwitbronnen in het lichaam haalt. Doordat het lichaam ook eiwitten gebruikt voor energie is het belangrijk om meer eiwitten te eten. Dit is nodig om de spieren te blijven voorzien van de eiwitten die ze nodig hebben. Koolhydraten spelen een belangrijke rol in het aanvullen van de glycogeenvoorraden zodat het lichaam geen eiwitten uit de spieren haalt.

Het perfecte lichaam

Klaar om het lichaam van je dromen te bouwen? Effectief je vetpercentage verlagen voor een strakker en mooier gevormd lichaam met meer definitie? Het is mogelijk.

Bekijk de top 10 boeken over fitness en conditie