Stel je voor dat je voor het eerst de sportschool binnenstapt, vol enthousiasme en met een brandende passie om sterker en gespierder te worden. Maar dan word je overladen met termen zoals bodyweight oefeningen en gewichtheffen. Wat is het verschil eigenlijk? Nou, laat me je dat haarfijn uitleggen. Wanneer je met bodyweight oefeningen traint, maak je gebruik van je eigen lichaamsgewicht als weerstand. Denk aan push-ups, pull-ups en squats zonder gewichten. Gewichtheffen daarentegen, draait om het tillen van zwaardere gewichten met behulp van halterstangen, dumbbells en andere trainingsapparatuur. Het grote verschil ligt dus in de bron van weerstand die je gebruikt tijdens je training. Begrijp je het nog steeds? Geweldig. Nu ben je klaar om de juiste keuze te maken en je training naar een hoger niveau te tillen.
1. Weerstand
Bodyweight oefeningen maken gebruik van je eigen lichaamsgewicht als weerstand, terwijl gewichtheffen externe gewichten vereist. Terwijl je bij het doen van push-ups je eigen lichaamsgewicht omhoog duwt, til je bij gewichtheffen een halterschijf op en neer. Het verschil zit hem in de bron van weerstand – je bent als het ware je eigen gewicht aan het tillen of een extra gewicht aan het verplaatsen.
2. Functionele kracht
Het trainen met je eigen lichaamsgewicht in bodyweight oefeningen helpt je om functionele kracht op te bouwen. Je traint je lichaam op een manier die overeenkomt met de dagelijkse bewegingen die je maakt, zoals opstaan uit een stoel of een trap oplopen. Gewichtheffen daarentegen focust voornamelijk op het opbouwen van maximale kracht in specifieke spieren of spiergroepen. Het verschil zit hem in de specifieke doelen die je wilt bereiken met je training – functionele kracht versus maximale kracht.
3. Stabilisatie
Bodyweight oefeningen vereisen vaak een hoger niveau van stabilisatie omdat je je eigen lichaamsgewicht in evenwicht moet houden. Bijvoorbeeld, bij een push-up moet je je buik- en rugspieren aanspannen om je lichaam stabiel te houden. Bij gewichtheffen wordt je stabilisatie vaak ondersteund door machines of bankjes, waardoor het minder een uitdaging is om je evenwicht te bewaren. Het verschil zit hem in de mate van stabilisatie die nodig is tijdens de oefeningen.
4. Mogelijkheden voor progressie
Bodyweight oefeningen bieden een breed scala aan progressiemogelijkheden door de positie van je lichaam te veranderen (bijvoorbeeld van knie-push-ups naar normale push-ups) of door het toevoegen van complexere varianten (bijvoorbeeld handstand push-ups). Gewichtheffen daarentegen heeft ook progressiemogelijkheden, maar deze zijn vaak beperkter en vereisen het verhogen van het gewicht of het doen van meer herhalingen. Het verschil zit hem in de manier waarop je kunt variëren en vooruitgang kunt boeken in je training.
5. Apparatuur
Bodyweight oefeningen kunnen overal en altijd worden gedaan, omdat je geen speciale apparatuur nodig hebt. Je kunt push-ups doen op het strand, squats doen in het park en planken in je woonkamer. Gewichtheffen daarentegen vereist specifieke apparatuur zoals halters, gewichtsschijven en een stevig gewichthefrek. Het verschil zit hem in de draagbaarheid en toegankelijkheid van de oefeningen.
6. Joint stress
Bodyweight oefeningen zorgen over het algemeen voor minder gewrichtsstress, omdat je alleen je eigen lichaamsgewicht gebruikt. De belasting op je gewrichten is vaak beter verdeeld, waardoor het risico op blessures kleiner wordt. Gewichtheffen kan daarentegen meer stress op de gewrichten leggen, vooral bij het tillen van zware gewichten of bij oefeningen waarbij sprake is van impact, zoals squats. Het verschil zit hem in de impact op je gewrichten tijdens de oefeningen.
7. Spieractivatie
Bodyweight oefeningen activeren vaak meerdere spiergroepen tegelijk, omdat je je lichaam als geheel gebruikt. Bijvoorbeeld, een push-up traint je borstspieren, triceps, schouders en kernspieren. Gewichtheffen kan ook meerdere spieren gebruiken, maar het is gemakkelijker om gerichte spiergroepen te isoleren en te trainen. Het verschil zit hem in de mate van spieractivatie en de focus op hele lichaamsbewegingen versus geïsoleerde oefeningen.
8. Trainingsdoelen
Bodyweight oefeningen zijn vaak gericht op het verbeteren van algemene fitheid, functionele kracht en lichaamscontrole. Gewichtheffen wordt vaak gebruikt om specifieke spieren op te bouwen, kracht te vergroten en hypertrofie te bevorderen. Het verschil zit hem in de specifieke doelen die je wilt bereiken met je training – algemene fitheid versus spierontwikkeling.
Geen zin om de deur uit te gaan?
Heb je geen tijd om naar de sportschool te gaan? Bestel een multifunctioneel apparaat voor thuis. Van een loopband tot een trilplaat; bekijk deze fitnessapparaten.
9. Bewegingsbereik
Bodyweight oefeningen vereisen vaak een groter bewegingsbereik, omdat je jezelf moet kunnen verplaatsen in verschillende posities. Bijvoorbeeld, bij een pull-up moet je jezelf omhoog trekken totdat je kin boven de stang is, wat een maximale strekking van de armen en schouders vereist. Gewichtheffen daarentegen kan minder bewegingsbereik vereisen, omdat de oefeningen vaak geïsoleerd zijn en zich richten op specifieke spieren. Het verschil zit hem in de mate van bewegingsvrijheid die nodig is tijdens de oefeningen.
10. Trainingservaring
Bodyweight oefeningen kunnen voor beginners een grotere uitdaging vormen omdat ze vaak meer coördinatie, balans en lichaamscontrole vereisen. Gewichtheffen daarentegen kan gemakkelijker toegankelijk zijn voor beginners, omdat de apparatuur en bewegingen vaak eenvoudiger zijn. Het verschil zit hem in de leercurve en de technische vaardigheden die vereist zijn voor elke vorm van training.
11. Betrokkenheid van de geest
Bodyweight oefeningen vereisen vaak meer concentratie en focus, omdat je je bewegingen nauwkeurig moet uitvoeren en je lichaam in balans moet houden. Gewichtheffen kan ook mentale betrokkenheid vereisen, maar het is gemakkelijker om in een bepaald ritme te komen en je te concentreren op het tillen van het gewicht. Het verschil zit hem in de mate van mentale betrokkenheid en focus die nodig is tijdens de oefeningen.
12. Prijs
Bodyweight oefeningen zijn over het algemeen kosteloos, omdat je geen apparatuur hoeft te kopen of lid hoeft te worden van een sportschool. Je lichaam is je enige benodigdheid. Gewichtheffen daarentegen kan duurder zijn, omdat je gewichten, halterschijven, een gewichthefrek en mogelijk een sportschoolabonnement nodig hebt. Het verschil zit hem in de kosten verbonden aan de oefeningen.
13. Blessurerisico
Bodyweight oefeningen hebben doorgaans een lager blessurerisico, omdat je goed kunt letten op de grenzen van je eigen lichaam en je kunt werken binnen je eigen bereik. Gewichtheffen kan risicovoller zijn als je techniek niet goed is, omdat het tillen van zware gewichten meer druk en potentieel gevaar met zich meebrengt. Het verschil zit hem in het risico op blessures tijdens de oefeningen.
14. Variatie in trainingsmethoden
Bodyweight oefeningen bieden een breed scala aan trainingsmethoden, zoals circuits, intervaltraining en plyometrie, omdat je je eigen lichaamsgewicht kunt gebruiken als brandstof voor verschillende trainingsprotocollen. Gewichtheffen kan ook variatie bieden qua sets, herhalingen en rustperiodes, maar de focus ligt over het algemeen op het tillen van gewichten en het verhogen van de belasting. Het verschil zit hem in de verschillende methoden en benaderingen die beschikbaar zijn binnen elke vorm van training.
Het perfecte lichaam
Klaar om het lichaam van je dromen te bouwen? Effectief je vetpercentage verlagen voor een strakker en mooier gevormd lichaam met meer definitie? Het is mogelijk.